Galileo

Hoe beantwoord je vragen?

Na je presentatie komen meestal de moeilijke vragen. Dan slaat pas echt de stress toe. Hoe ga je met die vragen om?

Ken je inhoud. Sommige vragen kan je bijna voorspellen. Zorg ervoor dat je de moeilijkste concepten en theorieën goed snapt en kan uitleggen. Denk op voorhand na welke vragen er waarschijnlijk kunnen komen en bedenk meteen het antwoord.

In sommige presentaties is het belangrijk om genoeg data voor te leggen of uitleg te voorzien. Maar dat past soms niet goed in de presentatie zelf. Omdat juryleden of toeschouwers achteraf soms specifieke vragen over bijvoorbeeld data stellen, is het interessant om na je laatste slide van je presentatie, extra slides toe te voegen. Op deze slides zet je dan grotere tabellen, meer referenties, overzichten van modellen en theorieën, waarover eventueel vragen zouden kunnen komen. Zo heb je ze toch mee, maar ontsieren ze je presentatie niet. Als er dan er dan een vraag komt, dan ga je even naar de juiste slide en kom je voorbereid en professioneel over.

We noemen het wel vaak een verdediging, maar je mag jezelf nooit verdedigen. Wie zichzelf verdedigt, heeft iets te verbergen. Als juryleden je aanvallende vragen stellen of afbrekende commentaren geven, kruip dan niet meteen in het defensief. Erken de commentaar van de criticus en geef dan wat nuance vanuit jouw perspectief. Val nooit terug aan.

Als je echt niet weet wat je moet antwoorden dan kan je altijd nog antwoorden met: “Dat is een heel goed punt en daar heb ik onvoldoende rekening mee gehouden. Dat kan in toekomstig onderzoek zeker meegenomen worden.”

Scroll naar top