Spreken
Wat met je lichaam?
Probeer niet tijdens presentaties op alles te letten, maar kies op voorhand waarop je zal letten. Geef je presentatie, doe je best en evalueer achteraf. Deed ik dat ene aspect goed en waren er andere zaken waar ik de volgende keer op moet letten? Durf deze zaken ook aan anderen vragen. Zij zien soms meer dan wat jij voelt.
Benen en voeten
Er is niets zo storend om naar te kijken dan een spreker die te veel beweegt. Probeer niet heen en weer te wiegen of continu stapjes in een andere richting te zetten. Sta stil of stap gestaag naar een andere plek in de ruimte.
Wees je bewust van je houding. Leun niet tegen banken of muren als je niet nonchalant wilt overkomen. De veiligste weg is meestal de simpelste. Sta mooi recht met je voeten een klein beetje uit elkaar.
Handen en armen
Je benen en voeten moeten rust uitstralen, maar dat betekent niet dat je niet meer mag bewegen met de rest van je lichaam. Om je handen goed te gebruiken tijdens een presentatie moet je een balans vinden tussen niet te veel en niet te weinig beweging.
Te veel beweging
Veel sprekers spreken met handgebaren omdat dat in hun aard ligt. Op zich is dat positief want handgebaren kunnen je presentatie veel krachtiger en overtuigender maken. Maar trop is trop en te veel is te veel. Je handgebaren mogen er niet uitzien als een draaimolen of een mixer. Je bent geen sambadanser met Broadwayhandjes. Bewegen om te bewegen is altijd storend voor een publiek.
Rond je lichaam heb je ruimte. Gebruik die ruimte om de inhoud en structuur van je presentatie te illustreren. Wil je het hebben over 3 eigenschappen van een stof, gebruik dan je handen om een eigenschap links, één in het midden en één rechts te plaatsen. Heb je het over een concept, plaats dan dat concept voor je, zonder ervoor en erna nog 13 bewegingen te maken. Iets dat gebeurde in het verleden plaats je links van je. Iets dat zal gebeuren in de toekomst plaats je rechts van je. Gaat het over iets groots, maak het dan groot. Gaat het over iets kleins, maak het dan klein.
Wil je echt betekenisvol leren spreken met je handen. Ga dan eens door je presentatie en beslis op voorhand welke betekenisvolle bewegingen je wanneer zal doen. Probeer niet te overdrijven. Niet elk woord moet een beweging hebben, maar je mag het gerust doorspekken. Weet dat je tijdens de eigenlijke presentatie je bewegingen zal versimpelen en vele zal vergeten.
Te weinig beweging
Sommige sprekers hebben moeite om hun handen te gebruiken. Dat stoort op zich niet, maar is wel een gemiste kans. Door je handen te gebruiken, maak je je presentatie levendig en overtuigend.
Als je een presentatie oefent, tracht dan per zin één woord te kiezen waaraan je nadruk geeft met een kleine beweging. Dit zal zeer vreemd en gedwongen overkomen, maar naarmate dat je dit meer doet, zal je het gewoon worden. Het is een oefening op lange termijn.
Ogen
Het publiek is koning. En de koning, die kijk je aan.
Je moet je publiek aankijken, niet alleen omdat dat aangenamer is voor het publiek, maar ook omdat dat de enige manier is om feedback te krijgen tijdens je presentatie. Als je kijkt, dan kan je zien waar ze fronsen en waar ze knikken. Dat is waardevol als spreker. Op die manier kan je namelijk tijdens je presentatie nog nuance toevoegen waar nodig.
Maak oogcontact
Kijk niet net boven je publiek en ook niet met de ogen op oneindig. Probeer jezelf te leren om individuen in de ogen te kijken. Dat is misschien moeilijk in het begin, maar dat word je snel gewoon. Onderdruk ook de neiging om naar het plafond of de vloer te kijken wanneer je zoekt naar je woorden. Ze staan daar meestal niet geschreven. Verlies jezelf ook niet in je slides. Je weet wat er op je slides staat, dus is er geen nood om naar je eigen slides te blijven kijken.
Props en techniek
Naast je eigenlijk lichaamstaal zijn er nog een hele hoop technische snufjes waar je als spreker mee in contact komt zoals pointers en microfoons. Hoe ga je daarmee om en wat zijn de valkuilen?
Pointer
Een pointer is een soort afstandsbediening waarmee je naar de volgende slide kunt gaan, zonder steeds weer naar de laptop te lopen. Dankzij dit toestel kan je je vrij in de ruimte bewegen en veel dynamischer presenteren.
Als je een pointer hebt, heeft het geen zin om nog achter een bureau te staan. Het niet de bedoeling om de hele tijd slides vooruit en achteruit te gaan in je presentatie, hoewel je dat met een pointer gemakkelijk kan.
Probeer ook niet met de laser te pointen naar iets op je slides. Duid het aan in de slide of toon het met je handen, dat is veel professioneler.
Microfoon
Als de zaal klein is, dan is een microfoon een grotere last dan een winst. Het heeft geen zin om een microfoon te gebruiken als die echt niet nodig is.
Microfoons hebben ook vaak de neiging om niet goed afgesteld te staan. Probeer de micro eerst uit en als er iets mis mee is (volume, gekraak), los dat dan eerst resoluut op, vooraleer je begint met presenteren. Zo staat je presentatie los van het soms onvermijdelijk technische geklungel aan het begin.
Techniek
Soms gaat er in het begin heel veel mis met de techniek. Je vindt je slides niet, de beamer werkt niet en de batterijen van de pointer zijn leeg. Los die problemen eerst op vooraleer je begint. Pas als alles opgelost is, of je beslist hebt om het op een andere manier te doen, begin je met je presentatie.
Probeer niet halfslachtig te beginnen tijdens de technische chaos, want dat komt niet zo overtuigend over. Als spreker heb jij de controle.
Probeer ook voorbereid te zijn voor dat soort zaken. Sla je presentie als ppt en als pdf op. Neem extra batterijen voor de pointer mee en test filmpjes op de wifi van de instelling zelf.